Meting van antibacteriële activiteit op plastic oppervlakken. ISO 22196
De ISO 22196 test wordt gebruikt voor kunststoffen. De volledige testhandleiding kan worden gedownload of besteld bij www.nen.nl
Wat zijn de vereisten voor een ISO 22196-test? De proefstukken moeten 5 x 5 cm zijn en het oppervlak moet relatief glad zijn. We hebben altijd een referentie nodig (zelfde materiaal, niet antibacterieel effectief) om de effectiviteit van de actieve monsters te kunnen berekenen. We hebben minimaal 6 van de nul monsters/referenties per kiem nodig en 3 van de testmonsters. De test wordt uitgevoerd als een 3-voudige bepaling. De norm vereist het testen van twee kiemen (grampositief en gramnegatief).
Verven en vernissen kunnen ook in vloeibare toestand worden aangeleverd. Vervolgens coaten we LENETA-verfmonsters ter plaatse in het laboratorium. Indien gewenst ook met een rakel. Schrijf niet op testmonsters met markers die oplosmiddelen bevatten (bijv. Edding), omdat deze het testresultaat kunnen vervalsen. Potloodmarkeringen gedragen zich neutraal. Een R kan worden ingesneden om de achterkant te markeren. Verpak testmonsters in papieren zakken of aluminiumfolie en label ze aan de buitenkant.
Hoe werkt de ISO 22196-test? De bacteriële kiemoplossing wordt op de monsters gepipetteerd en bedekt met een film. De monsters worden vervolgens 24 uur geïncubeerd en het aantal cellen wordt bepaald. De effectiviteit van de monsters is altijd gerelateerd aan de referentie en vermeld in % en logreductie. Antibacteriële monsters worden als antibacterieel beschouwd als ze worden verminderd met 3 logniveaus (> 99,9%). We passen de testprocedure graag aan uw specificaties aan (andere steekproefomvang, verschillende testkiemen, pre-incubatie in buffer, verkorte incubatietijd, enz.) Voor elke test maken we een testrapport en welke alle belangrijke gegevens bevat